De CEO van Coinbase ondersteunt California’s crypto wetsvoorstel

Het cryptogeld wetsvoorstel stelt de vrijstelling voor van bepaalde digitale activa om als effecten te worden geclassificeerd

Een nieuw voorstel dat door wetgevers in Californië is vrijgegeven, heeft tot doel sommige digitale activa vrij te stellen als effecten te categoriseren.

Dit voorstel wordt ondersteund door de CEO van Coinbase, Brian Armstrong, die gelooft dat het de positie van Californië als de “toekomst van financiën” zou versterken.

“Dit zou als het gebeurt enorm zijn voor Californië; het zal ervoor zorgen dat de toekomst van financiën aan de westkust gebouwd wordt ”, volgens Armstrong’s tweet.

Armstrong ging verder door uit te leggen dat een veel voorkomend probleem waar startups van cryptogeld tegen aanlopen, betrekking heeft over hoe sommige toezichthouders deze tokens als effecten classificeren. Dit is in lijn met de Howey test, een methode die door het Hooggerechtshof ontwikkeld is om te bepalen of bepaalde transacties als ‘investeringscontracten’ worden aangemerkt.

Aangezien effecten sterk gereguleerd zijn en dienovereenkomstig moeten worden geregistreerd, worden digitale activa daarentegen meestal niet geregistreerd. De Amerikaanse Security and Exchange Commission heeft bepaald dat veel cryptovaluta’s geclassificeerd worden als niet-geregistreerde effecten. Dientengevolge moesten degenen die deze effecten uitgeven de prijs betalen.

Voorbeelden van bedrijven die vanwege hun activiteiten hebben moeten betalen, zijn: Block.one, dat 24 miljoen dollar betaalde over de EOS Enigma en Veritasium ICO, dat zelf 1 miljoen betaalde voor zijn ICO.

Een doorlopend en spraakmakend voorbeeld is een juridische strijd tussen de Amerikaanse SEC en het Telegram Open Network, waarbij het TON project van 1,7 miljard dollar in de wacht is gezet.

“De huidige effectenwetgeving is goed bedoeld, maar belemmert momenteel veel innovatie”, legt Armstrong uit.

Het nieuwe voorstel stelt dat als de winst van een activa niet volledig afhankelijk is van de acties en het beheer van derden, het niet als een effect mag worden geclassificeerd. Het legt uit dat het doel is om een ​​uitzondering op de bovenstaande definitie te creëren door te bepalen dat als een digitaal activa aan dat gespecificeerde criterium voldoet, er geen investeringsovereenkomst in de vorm van een effect is.

Mocht het worden goedgekeurd en in een wetsvoorstel worden verwerkt, dan zou dat vermoeden op goede gronden kunnen worden weerlegd, zoals blijkt uit het duidelijke en overtuigende bewijs van de Commissioner of Business Oversight (commissaris voor zakelijk toezicht).